Ouwehands Dierenpark
Geschiedenis Kippenfarm
De oprichter van het park, Cor Ouwehand, was vanuit Rotterdam naar Rhenen gekomen om daar een sigarenfabriek te beginnen. Hij besloot daar echter mee te stoppen en begon in 1919 op de Grebbeberg een kippenfarm. In die periode bezochten veel agrariërs deze farm, velen van hen kwamen echter niet voor de exotische kippenrassen, maar voor de andere dieren die daar ook leefden zoals: wasberen, pauwen en fazanten.
Jaren dertig
Ten tijde van de economische crisis in de jaren dertig ging het niet goed met de zaken op de kippenfarm. De dieren in het park trokken overigens nog wel bezoekers aan. Al snel besloot de heer Ouwehand dan ook om de kippenfarm om te bouwen tot dierentuin. Hij bezocht vele dierentuinen in Europa om te kijken hoe hij het park het beste kon inrichten. Het dierenpark werd op 18 juni 1932 geopend voor het publiek.
De oorlog en daarna
Het park werd een groot succes en trok veel bezoekers. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, bij de Slag om de Grebbeberg, werd een groot deel van de dierentuin verwoest. De gevaarlijk geachte dieren moesten op last van het Nederlandse leger worden afgemaakt om te voorkomen dat zij zouden ontsnappen bij een voltreffer op het dierenpark, en omdat de eigenaar de schietvaardigheid van zichzelf meer vertrouwde dan die van de soldaten, besloot hij zelf deze taak op zich te nemen. Doordat de schadeherstelbetalingen tot 1953 op zich lieten wachten, kwam de wederopbouw slechts moeizaam op gang. In 1950 overleed de oprichter. Zijn zoon Bram Ouwehand en diens zwager Jo Baars kregen de leiding over het park.
In de jaren daarna is de grootte van het terrein ruim verdubbeld tot 22 ha. Veel dieren hadden meer ruimte nodig en het park mocht van de gemeente niet meer verder uitbreiden. Een aantal diersoorten zoals de nijlpaarden, de olifanten, de gorilla's en de chimpansees, moest uit het park verdwijnen. Eind jaren negentig was het park nagenoeg failliet en was het bezoekersaantal teruggelopen tot minder dan een half miljoen. Zakenman en multimiljonair Marcel Boekhoorn kocht de dierentuin in 2000. Hij investeerde stevig in nieuwe verblijven voor leeuwen, tijgers, ijsberen en olifanten, overdekte speeltuinen en een nieuw restaurant.
Bron: wikipedia
De oprichter van het park, Cor Ouwehand, was vanuit Rotterdam naar Rhenen gekomen om daar een sigarenfabriek te beginnen. Hij besloot daar echter mee te stoppen en begon in 1919 op de Grebbeberg een kippenfarm. In die periode bezochten veel agrariërs deze farm, velen van hen kwamen echter niet voor de exotische kippenrassen, maar voor de andere dieren die daar ook leefden zoals: wasberen, pauwen en fazanten.
Jaren dertig
Ten tijde van de economische crisis in de jaren dertig ging het niet goed met de zaken op de kippenfarm. De dieren in het park trokken overigens nog wel bezoekers aan. Al snel besloot de heer Ouwehand dan ook om de kippenfarm om te bouwen tot dierentuin. Hij bezocht vele dierentuinen in Europa om te kijken hoe hij het park het beste kon inrichten. Het dierenpark werd op 18 juni 1932 geopend voor het publiek.
De oorlog en daarna
Het park werd een groot succes en trok veel bezoekers. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, bij de Slag om de Grebbeberg, werd een groot deel van de dierentuin verwoest. De gevaarlijk geachte dieren moesten op last van het Nederlandse leger worden afgemaakt om te voorkomen dat zij zouden ontsnappen bij een voltreffer op het dierenpark, en omdat de eigenaar de schietvaardigheid van zichzelf meer vertrouwde dan die van de soldaten, besloot hij zelf deze taak op zich te nemen. Doordat de schadeherstelbetalingen tot 1953 op zich lieten wachten, kwam de wederopbouw slechts moeizaam op gang. In 1950 overleed de oprichter. Zijn zoon Bram Ouwehand en diens zwager Jo Baars kregen de leiding over het park.
In de jaren daarna is de grootte van het terrein ruim verdubbeld tot 22 ha. Veel dieren hadden meer ruimte nodig en het park mocht van de gemeente niet meer verder uitbreiden. Een aantal diersoorten zoals de nijlpaarden, de olifanten, de gorilla's en de chimpansees, moest uit het park verdwijnen. Eind jaren negentig was het park nagenoeg failliet en was het bezoekersaantal teruggelopen tot minder dan een half miljoen. Zakenman en multimiljonair Marcel Boekhoorn kocht de dierentuin in 2000. Hij investeerde stevig in nieuwe verblijven voor leeuwen, tijgers, ijsberen en olifanten, overdekte speeltuinen en een nieuw restaurant.
Bron: wikipedia